Een goed mens?

20 januari 2019 - Allahabad, India

Ben ik een goed mens? Natuurlijk, ik weet het antwoord wel. Maar, in India twijfel ik daar soms aan. En dat is waarom het zo ontzettend lastig kan zijn om hier te reizen.

Neem het openbaar vervoer bijvoorbeeld. Ik zit in een tweede klasse treinwagon, de goedkoopste klasse en dus ook de drukste. En het is er overvol. Het moment dat er niemand meer bij kan, zelfs in India, wordt er toch nog een gezin bij geperst. Ik deel de bank, normaal voor 4 personen, met 5 anderen en een kind. Tegenover ons hebben mensen zelfs al kinderen van anderen op schoot genomen. Op de bagagerekken zitten mensen en plek om te staan is er niet meer. En je zal net zien dat er naast me een oud vrouwtje en haar kleinzoon staan.

In Nederland zou ik normaal gesproken mijn plaats hebben afgestaan. Het punt is, dit is niet de enige keer dat dit gebeurt. Alle bussen en treinen zijn zo vol, je kan blijven opstaan. En vier uur lang staan in een bloedhete overvolle trein trek ook ik niet. De Indiërs zelf schuiven over het algemeen wel in, maar opstaan doen ze meestal niet. Op momenten zoals deze voel ik me een klootzak. Kan ik echt niet even voor ze opstaan? Uiteindelijk, na een half uur met dat gevoel, gaat iemand naast me iets verzitten. Net genoeg om me iets ruimte te gunnen. Ik schuif wat op en kan de oude dame en haar kleinzoon een centimeter of 10 zitruimte geven aan het einde van het bankje.

Ook als ik over straat loop, heb ik soms datzelfde gevoel. Vaak kom ik bedelende ouderen, lichamelijk gehandicapten of kinderen tegen. Als blanke ben ik bij uitstek degene om wat te vragen. Soms zie ik zelfs moeders kleine kinderen aanstoten als ze me zien. '10 Rupees please, sir!' Af en toe stop ik wat muntjes in mijn zak om die te geven. Maar, mijn standaard reactie als iemand een hand uitsteekt is toch dat ik dit negeer. Zo ook terwijl ik over straat loop en wat cakejes wegwerk. Ik wil net aan m'n laatste beginnen, als een zwerfjochie er om vraagt. M'n automatische reactie is een vrij botte 'nahi', terwijl ik doorloop. Toegegeven, het is mijn lunch. Achteraf gezien had ik dat cakeje best kunnen missen.

Ondanks dat er in India heel veel behulpzame en lieve mensen wonen (daarover binnenkort meer), heb ik soms het gevoel dat hier het recht van de sterkste geldt. Dat je egoïstisch (of in ieder geval bijzonder assertief) moet zijn om ergens te komen. In de rij voor kaartjes gebruik ik m'n ellebogen zodat anderen niet voordringen. In het verkeer steek ik over wanneer ik zin heb. En tuk-tuk chauffeurs krijgen op hun 'where you from sir?' een sarcastische 'the moon' terug. Ik probeer de juiste balans te vinden. Vriendelijk blijven, zelfs als iemand teveel vraagt voor een fles water. En af en toe wat geven of inschuiven. Maar soms, soms is dat erg lastig.

3 Reacties

  1. Je moeder:
    26 januari 2019
    Aaah, je bent een schatje! (doe ermee wat je wilt 😁)
  2. Wij en Annie:
    26 januari 2019
    In Nederland staan ze ook niet meer altijd op in de trein voor ouderen.
    We waren in een kabelcabine in Oostenrijk waar maar twee bankjes zijn en kwam er ook een oud vrouwtje binnen. De schooljeugd had het bankje al ingenomen natuurlijk. Ik heb er een gevraagd om op te staan wat ze dan ook deed, maar keek wel heel moeilijk, met andere woorden waar bemoei je mee.
  3. Max:
    26 januari 2019
    ❤️

    Tuurlijk ben jij een goed mens. Lastig hoor als iedereen iets van je wil en je overal assertief voor moet zijn. Zet m op gozer!