Familie in Varanasi

11 januari 2019 - Varanasi, India

Er zijn talloze heilige steden in het noorden van India. Vanuit Bodhgaya, waar Boeddha verlichting bereikte, ben ik onderweg naar Varanasi. Een stad aan de Ganges met 26.000 tempels. In Varanasi word ik opgewacht door Abhinav (zeg maar Abhi), die ik op het Hornbill festival heb ontmoet. Hij heeft me uitgenodigd om bij z'n familie in Varanasi te verblijven. Achter op de motor ga ik mee richting hun huis. Over smalle zandweggetjes rijden we de stad uit, naar een dorpje in de buurt.


Bij een huis van twee verdiepingen en met behoorlijk wat kamers stoppen we. Eén van de kamers is van Abhi, voor als hij hier is. Het meeste van het jaar werkt hij namelijk in het zuiden van het land. In de andere kamers wonen z'n oom en tante, hun zoon met zijn vrouw en kleine en hun andere zoon en dochter. Nadat ik m'n spullen in Abhi zijn kamer heb gelegd, gaan we naar een huis iets verderop. Daar is de keuken en slapen Abhi zijn ouders en oma. Terwijl Abhi en z'n moeder lunch maken, krijg ik in de ommuurde tuin een plekje op de stretcher. Samen met oma. Een gesprek voeren is lastig, maar glimlachen en gebaren dat ik het een mooie plek vind, is geen probleem.

image
's Avonds ga ik achter op de motor mee naar het huis van een andere oom een uurtje verderop. Daar hebben ze een reünie met alle broers en neven. Onderweg gaan we eerst in een klein dorpje langs de slager. Terwijl er een geit wordt geslacht, drinken we thee en word ik aangestaard. Abhi moet wel honderd keer dezelfde vragen beantwoorden. Waar ik vandaan kom. En hoe hij me kent. Met 2 kilo vers vlees gaan we vervolgens verder.


Bij het huis van z'n oom worden we in de binnenplaats welkom geheten met thee. Daarna verplaatsen we naar een stukje grond iets verderop. Er worden twee vuren gemaakt, eentje om warm te blijven en eentje voor de grote stoofpot. Langzaam komen er meer broers en neven bij zitten, tot we met een man of 12 zijn. Ook hier is gesprekken voeren vaak lastig, maar proosten met de biertjes en rum gaat makkelijk.


De volgende ochtend maken we met z'n allen een wandeling door de velden. Het land is vlak en er zijn verschillende veldjes met groente en fruit. Eigenlijk ziet het er niet veel anders uit dan thuis. Ondertussen eten we verse doperwtjes en kauwen op stengels rietsuiker. Dat hebben we thuis dan weer niet. Daarna is het tijd om op de motor te stappen. We bezoeken een fort aan de rivier en gaan terug naar Abhi's huis.


De middag brengen we door in de zon op het dak. Abhi's oom, tante en de rest van het gezin komen erbij zitten. Nieuwsgierig worden er allerlei vragen gesteld. Van wat ik van India vind, tot wat m'n salaris is. Terwijl we kletsen en grappen maken, wordt er thee geschonken en gepofte rijst uitgedeeld. Eén van Abhi's neefjes is ondertussen aan het vliegeren. Een populaire bezigheid hier in de omgeving.


De dagen erna beginnen iedere keer, samen met oma, in de ommuurde tuin met een heerlijk ontbijt. Daarna gaan we op verkenningstocht door de stad. Abhi laat me de ghats zien, stenen trappen aan de rivier. Zoals in veel steden zijn ze het levendige middelpunt van de stad. Mensen die baden in de heilige rivier, roepende thee verkopers, groepjes jongeren die muziek maken en koeien die rondlopen. Het is ook de plek van de dood. Want bij een aantal ghats staan de houten brandstapels naast elkaar opgesteld. Achter elkaar worden de overledenen er naartoe gedragen.

image
Vlakbij de ghats zijn smalle steegjes te vinden, fantastisch om in rond te dwalen. Op iedere hoek lijkt wel een tempel te staan. Bij recente verbouwingen zijn zelfs tempels onder huizen vandaan gekomen. Een kilometer of 10 verderop zijn meer tempels te vinden. Een enorme stenen stupa van 43 meter hoog, waarvan wordt gezegd dat de resten van Boeddha er in liggen. En een tempel waar Boeddha zijn eerste lezing gaf.


Op één van de middagen, als we terug zijn bij Abhi's huis, is ook zijn vader thuis. Hij is bibliothecaris bij de school in de buurt en een bijzonder vriendelijke man. Hij vraagt me wel 20 keer of ik niet langer wil blijven. Helaas, India is groot en er is nog veel te zien. Hij laat me weten dat ik altijd welkom ben om weer terug te komen. En, zo wordt erbij gezegd, misschien wel als ik een vrouw en kinderen heb. Wie weet... Zeker is dat ik graag nog eens terug kom.

Foto’s

1 Reactie

  1. Wij en Annie:
    21 januari 2019
    Zo zachtjes aan al heel wat beleeft en gezien zeg.
    Mooi reis weer hoor.