Namaste in Manaslu

5 oktober 2018 - Manaslu I, Nepal

Wie in Nepal is, doet een trektocht. En ik ga het relatief weinig gelopen Manaslu circuit doen in het noorden van het land. Zeventien dagen op pad met NB, mijn gids en Kechav, de drager. Wat volgt is een avontuur vol blaren, Dal bhat en explosies.

Dag 1
Vroeg in de ochtend pakken we de bus vanuit Kathmandu. Ondanks dat de zitplaatsen zelfs voor Aziatische begrippen krap zijn, val ik al snel in slaap. Als ik wakker word zitten we hoog in de heuvels boven de stad, met een prachtig uitzicht op de vallei. Tijdens de eerste stop maak ik kennis met Dal bhat. Rijst met linzensoep, curry en groente. En het beste? Ze blijven bijvullen!

Zodra we de bergen in gaan wordt de weg slechter. Eerst is het flink hobbelen en daarna moet de bus stapvoets rijden. Op een gegeven moment stopt de bus, we kunnen niet langs het stuk voor ons. Op het gezicht van drager Kechav verschijnt een brede grijns. Even later snap ik waarom, we gaan lopen. Zo'n vijf ongeplande loopuren later, zit de eerste dag erop.

Dag 2
imageDe dag begint weer met een stukje bus, wat we eigenlijk gisteren al hadden moeten doen. Dit keer heb ik meer ruimte en zijn de uitzichten op de groene vallei met rijstvelden en de bergen daarachter prachtig. Plots klinkt er een harde knal en vliegen de stukken rubber in het rond, een klapband. En toch rijden we rustig door. Als rechtsachter twee banden heeft en eentje klapt, dan heb je er genoeg over om te rijden.

imageNa een uurtje is het tijd om de echte trektocht te beginnen. Het eerste stuk gaat via een weg langs een steile bergwand. We komen langs een bordje met explosiegevaar. Voor de grap neem ik een foto. Maar, na een paar bochten staan er twee vriendelijke militairen, die gebaren dat we moeten wachten. 'Explosion, explosion.' Blijkbaar moet je bordjes hier serieus nemen. Ze gaan een stuk rotswand opblazen om de weg vrij te maken. Een kwartier later klinkt een fluitje en volgt de explosie. Een hoop stof en rotsblokken vliegen in het rond.

Na de explosie willen we vlot doorlopen. Natuurlijk gaat dat hier niet zomaar. We zitten namelijk vast achter een rij ezels. Die worden gebruikt om van alles te vervoeren over de smalle bergpaden. Echt snel gaat het allemaal niet en je komt er niet zomaar voorbij. Pas als een bergpad weer wat breder wordt, kan je er langs.

Dag 3
imageHet eerst stuk van de dag is prachtig. De vallei wordt nauwer, tot er weinig meer over is dan een bergrivier met aan beide kanten steile bergen waar watervallen vanaf komen. Halverwege de ochtend komt het licht prachtig over de bergkam de vallei binnenvallen. Voor een paar uurtjes, dan is het weer weg. Onderweg lopen we door kleine dorpjes, vaak niet meer dan wat hutten. Overal waar we komen, worden we door de kinderen begroet met een uitbundig Namaste! Voor de lunch is het stuk heet en zwaar, maar de beloning is er. Dal bhat, all-you-can-eat.

Dag 4
imageDe blaren op m'n hielen zijn open gegaan. Dat is niet alleen smerig, het loopt ook nog eens klote. Het eerste half uur is dus voornamelijk strompelen. Daarna gaat het beter en kom ik in m'n ritme. We komen langs de hoogste waterval van de vallei en vlak daarna veranderen de loofbomen in dennenbos. Na de lunch dalen we een stukje en gaat het dennenbos over in jungle met bamboe. Onderweg merk ik dat NB en Kechav in hun element beginnen te raken. Met de mannen discussiëren ze over de route en voor de vouwen hebben ze een grap of opmerking. Het is duidelijk dat ze houden van wat ze doen. Ze begroeten iedereen met een vriendelijke Namaste. En als we wat hoger komen klinkt het voor mij bekende Tashi Delik! Hier wonen namelijk de Sherpa's, een stam geëmigreerd vanuit Tibet. Na een uur of 6 lopen bereiken we ons guesthouse. Vandaag geen explosies. Natuurlijk wel Dal bhat bij de lunch.

Dag 5
Laat ik het maar gewoon zeggen, de ochtend was klote. M'n blaren zijn gaan ontsteken, waardoor iedere stap pijn doet. Daarnaast gaat het bijna de hele dag flink bergop. We zitten ondertussen boven de 2500 meter en dat begin ik te merken. Het helpt ook niet dat ik te weinig ontbeten heb, waardoor m'n energie ver te zoeken is. Natuurlijk moet het dan ook nog voor het eerst gaan regenen. Al met al is het 4 uur lang vloeken en afzien. Leuk hoor, zo'n trektocht. Als we bij een klein dorpje komen, hoop ik bij ieder restaurant dat we stoppen voor lunch. We lopen er 8 voorbij. Uiteindelijk stoppen we dan toch, voor een Dal bhat uiteraard. Dit keer met groene pepers erbij. Mijn gids roept iedere keer: Dal bhat, power 24 hour. Ik hoop dat het power voor 2 uur is, dat moeten we nog naar het guesthouse. Met nieuwe energie gaan we weer omhoog, bijna het hele stuk. Het lopen gaat iets lekkerder en ik kan af en toe wat om me heen kijken. Dennenbos, watervalletjes en vooral heel veel steen. Voor de Belgische Ardennen hoef je niet dicht bij huis te blijven.

's Avonds zitten we in de gemeenschappelijke ruimte, terwijl ik door mijn guidebook blader. Ik zie een stuk over de befaamde Yeti en laat het onze gids zien. Dan komen de verhalen los. Een van de oudere locals vertelt dat ze vroeger naar Tibet gingen voor de handel, ongeveer 3 dagen naar de grens. Ze vonden toen nog wel eens grote voetsporen en af en toe verdwenen er ezels of vee. Terwijl hij vertelt (en mijn gids vertaalt) kijk ik naar z'n gezicht. Geen spoortje van een grap te bekennen.

Dag 6
De dag begint met wat naar verwachting een ritueel zal worden: Mijn voeten verbinden. Iedereen lijkt er een mening over te hebben. De pleisters moeten zo. Zit er wel antibacteriële crème op? Ga ik daarmee naar boven? Nee, de tape moet echt anders. Uiteindelijk besluit ik het zelf te doen. En al snel blijkt dat de combinatie van pleisters, vastgezet met tape goed werkt. Het lopen gaat een stuk lekkerder dan imagegisteren. Een zonnetje erbij en ik loop weer te genieten. We komen door een aantal kleine dorpjes. Overal wordt een praatje gemaakt, appels van de bomen gehaald en tussendoor gekletst. We doen rustig aan, want we lopen maar een uurtje of vijf vandaag. Tijdens de lunch (Dal bhat) hoor ik van andere wandelaars dat het laatste stuk flink bergop is, ik bereid me voor op het ergste. Ergens halverwege vraagt m'n gids of ik wil stoppen. Neuh, ik heb een goed ritme te pakken. De volgende keer dat hij stopt, denk ik dat we korte pauze houden. Wat blijkt: we zijn er al. Heerlijk dat gevoel, na de slechte dag van gisteren.

Het guesthouse is redelijk basic, een koude douche met een emmertje en harde matrassen. Maar, in de keuken brand het vuur en zit iedereen bij elkaar. Het is nodig, want we zitten op 3500 meter en het begint koud te worden.

Dag 7
imageGisteren bij aankomst was het mistig en lag het dorpje er troosteloos bij. Als ik rond 6 uur naar buiten stap om naar de wc te gaan, verwacht ik dezelfde aanblik. Nog half slaperig ontsnapt me een welgemeende 'holy shit'. Vol verbazing blijf ik een paar minuten staan. Het uitzicht is indrukwekkend. Voor me zie ik vier pieken in het geel oranje ochtendlicht, waaronder de Manaslu met 8163 meter.

imageDie ochtend gaan we naar een klooster in de buurt. Na ongeveer anderhalf uur klimmen (wat je in de buurt noemt) komen we aan op een soort van groene alpenweide. De jaks staan er rustig te grazen. Om ons heen liggen de pieken verscholen in de inmiddels verschenen wolken en is er op de achtergrond een gletsjer te zien. Af en toe klinkt het geraas van lawines ergens hoog boven ons.

Na een rustpauze bij het klooster, dat niet echt bijzonder is, gaat het weer bergaf. Na een uurtje of 4 zit het er op voor die dag, redelijk makkelijk dus. Na de lunch (geen Dal bhat!) ga ik met mijn gids en drager naar een health post vlak buiten het dorpje. Een houten gebouwtje zonder licht, waar de medicijnen in rekken langs de muur staan. Mijn blaren, inmiddels meer open stukken vel, worden schoongemaakt en ik krijg antibiotica mee. De ontsteking moet met een paar dagen wel weg zijn, maar ik ben bang dat de pijn tijdens het lopen nog wel een tijdje blijft.

Dag 8
Wat een dag! Het is helder 's ochtends en ik kan de zonsopkomst op de omliggende pieken zien. Daarna is het tijd voor het ochtendritueel. M'n hielen zijn redelijk schoon en een beetje aan het genezen. Ik heb speciale blarenpleisters gekregen die ik met tape extra vastmaak. Bij het ontbijt gaat er ook nog een pijnstiller naar binnen. Bij de eerste stappen merk ik het direct, dit voelt goed.

imageSamen met mijn gids beginnen we aan de klim naar Manaslu basecamp. We komen langs een gletsjermeer en hebben we prachtig uitzicht op de vallei en de pieken. Na ongeveer 2 uur klimmen zijn we van 3500 naar 4400 meter gegaan en bereiken we ons doel. Alleen blijkt het basecamp verlaten. Als er geen sneeuw is, ligt dat namelijk hoger. We besluiten door te zetten. Het gaat nog eens anderhalf uur zigzaggend flink omhoog. We komen langs de gletsjer en zien daadwerkelijk een lawine. Onderweg komen we een andere gids tegen die roept: 'What a day to be alive!' Ik kan niets anders dan een 'hell yeah!' terugroepen. Want, ondanks dat we al meer dan 3 uur klimmen, zit ik nog vol energie. Niet zo lastig, met die prachtige uitzichten om je heen. Uiteindelijk zie ik een paar oranje tenten en 10 imageminuten later staan we er: Manaslu basecamp op 4800 meter. En wat is dat ongelooflijk zeg! Vlakbij torenen de pieken boven ons uit. Onder ons liggen de gletsjer en 1300 meter lager de vallei. Naast ons staan de oranje tenten in de sneeuw en oefenen bergbeklimmers met touw. Dit is waarvoor ik naar de Himalaya ben gekomen!

imageNa een praatje met de klimmers en heel veel gemaakte foto's, is het tijd om terug te gaan. Bijna 2 uur lang spanning op de bovenbenen. Ik ben bang dat mijn knie het begeeft, maar dat gaat gelukkig goed. Als we beneden zijn lunchen we tussen de jaks en ezels. Daarna is het nog meer dan 2 uur naar de volgende plek. Maar dat geeft niet, want ik geniet nog steeds na. What a day to be alive!

image

Dag 9
Vandaag is het allemaal wat minder bijzonder dan gisteren. Naar de volgende plek is voor de meeste mensen ongeveer 4 uur lopen. Wij doen er iets meer dan 2 uur over. Het scheelt dat ik al gewend ben aan de hoogte. De uitzichten zijn nog steeds mooi, maar wat minder spectaculair. Het is vooral veel steen om ons heen. Na aankomst gaan we nog weer een stuk een heuvel op. Om te acclimatiseren is het belangrijk dat je een imagepaar honderd meter hoger bent geweest dan dat je gaat slapen. Erg veel lol heb ik niet in dat stukje, het voelt meer als iets wat moet. Zodra eind van de middag de zon weg is, wordt het ijzig koud. De wind wakkert aan en wolken komen opzetten. Het lijkt alsof ieder moment de Yeti kan komen aanlopen. Na het eten ga ik direct naar bed. Met een slaapzak, deken en thermokleding lukt het net om warm te worden.

Dag 10
imageDe ochtend begint met een zware taak. Om half 4 een ontbijt met aardappels weg zien te werken. Dat geeft namelijk meer energie dan het brood hier. Daarna gaan we snel op pad. Vandaag gaan we naar het hoogste punt van de tocht en daar willen we zijn voor het te warm is. De eerste uren lopen we in het donker, met alleen onze hoofdlampen en het licht van de maan. Langzaam gaat het vooruit, ieder in z'n eigen wereldje van licht. Na een paar uur begint het achter ons lichter te worden. Om ons imageheen verschijnt een soort maanlandschap met stenen en gruis. We stoppen een paar keer kort, om foto's te maken van de zonsopkomst en voor mij om op adem te komen. Na 3 uur ploeteren bereiken we de top van de Larkya La pas, 5106 meter. We staan tussen de gletsjers, bevroren meertjes en met sneeuw bedekte stenen. Totaal anders dan wat we deze trekking hebben gezien, ik vind het schitterend.

imageOver een besneeuwd paadje en daarna stenen en gruis gaat het in een uur bijna 1000 meter naar beneden. Het focussen om niet uit te glijden, kost bijna evenveel energie als bergop lopen. Gelukkig gaat het daarna geleidelijker bergaf en kan ik weer wat meer om me heen kijken. Een uurtje of 2 later bereiken we ons guesthouse. Het is dan 11 uur 's ochtends en het voelt of er een hele dag opzit. In de warmte van het zonnetje kunnen we uitrusten. Ik heb een beetje wintersportgevoel.

Dag 11
Wat we de afgelopen 10 dagen met veel zweet aan hoogte hebben gewonnen, gaat vanaf nu weer naar beneden. Vandaag is dat bijna 1100 meter in iets minder dan 5 uur. In het begin hebben we nog uitzicht op de bergen, maar al snel duiken we een dennenbos in. In de schaduw loopt het lekker en we zijn zomaar een paar uur verder. Opeens zijn we weer in een vallei, ditmaal aan de andere kant van de Manaslu. De rivier naast ons zullen we de komende dagen volgen. Rond lunchtijd komen we aan, wat gevierd wordt met een Dal bhat. Na de lunch hebben we een rustige middag. Ik haal de blarenpleisters van mijn hielen. Het is nog niet dicht, maar het ziet er schoner uit. En voor de eerste keer sinds bijna een week is er weer een douche. Koud, maar toch. De rest van de middag vul ik net zoals andere middagen met foto's uitzoeken, schrijven en lezen.

Dag 12
Voor dit verhaal verder gaat, gaan we eerst even naar de reclame:

Op trektocht en last van blaren? Gebruik Compeed!
Geneest alle blaren en loopt pijnvrij.
Doe een stap in de goede richting. 
Compeed, geen geblaar!


Gisteravond heb ik verband op mijn hielen gedaan. Mijn redenatie: Het is wit en zacht, dus dat werkt (schapen hebben ze hier niet). Blijkbaar gaat dat niet op, want Iedere. Stap. Doet. Pijn. Ik probeer het wel, maar na een half uur word ik duizelig. Genoeg dus. Ergens op een steen vervang ik het verband door gewone pleisters. Dat loopt een stuk beter, misschien omdat het minder schuurt. Gelukkig kan ik zo verder.

Nimagea een uur lopen pakken we een zijpaadje en direct gaat het steil omhoog. We komen uit bij een klein klooster, waar 7 nonnen leven. We krijgen een kop thee van een van hen en daarna een korte rondleiding. Mijn gids wil graag een kaars aansteken voor zijn overleden moeder. De non begeleid hem met getrommel, gebed en door op een grote schelp te blazen. Ik mag er ondertussen bij zijn. Na het afscheid (en uiteraard een donatie) gaat het verder naar een van de hoogste hangbruggen ter wereld. Ze zeggen hier zelfs de hoogste, maar tja... wie zegt dat niet. Ik heb geen echte hoogtevrees, maar ver over de reling hang ik liever niet. Het uitzicht is uiteraard fantastisch, met een riviertje beneden ons en recht voor ons een smal ravijn.

Vlak na de hangbrug komen we langs een maisveld, waar net is geoogst. Er schieten een aantal apen de bomen in als we aankomen. Ik weet nog net een foto te maken. Een paar minuten later komen we aan bij een klein dorpje. De afgelopen uren gingen in de brandende zon omhoog, dus we besluiten dat het genoeg is geweest voor vandaag. Tijdens het opfrissen hoor ik een knal en daarna de echo, maar ik besteed er weinig aandacht aan.

Na de lunch gaan we op de slippers op verkenningstocht. NB en Kechav zijn net zo nieuwsgierig naar de omgeving als ik, hier zijn ze namelijk nog nooit geweest. We gaan eerst terug naar het maisveld, aapjes kijken. Die blijken er weer te zitten. Maar al snel zien nog iets anders. Er sluipt namelijk iemand met een geweer richting het veld. Nu snap ik waar de knal vandaan kwam. Zodra hij ons opmerkt, verdwijnt hij uit zicht. Het is hier namelijk beschermd gebied. Ik heb altijd al bij de natuurbescherming willen werken.

imageNa apenredders te hebben gespeeld, gaan we het dorp in. De namastes klinken en er worden weer praatjes gemaakt. In een kwartier doen we een rondje. Boven het smalle paadje zijn de houten huizen verbonden met een bruggetje of een tweede verdieping. Een knus geheel. Overal hangt mais te drogen en de oudjes zitten buiten. We lopen het dorp uit en krijgen een lichtshow van de zon die de vallei in schijnt. Iets verderop ontdekken we een plek waar de overledenen worden gecremeerd. We besluiten onze ontdekkingstocht door op een stenen muurtje in het dorp te zitten en rustig om ons heen te kijken. Het leven gaat hier langzaam.

Dag 13
Wie op een heuveltop is, moet weer naar beneden. En dat gebeurt het eerste uur in een flink tempo. We komen op een grindweg uit, waar jeeps overheen kunnen. Inmiddels zijn we in het Anapurna gebied. Meer dan 160.000 toeristen doen hier jaarlijks een trektocht. Vroeger was het stuk dat we nu lopen erg populair. Maar sinds de weg er is, gaan de meeste mensen naar andere stukken van het gebied. Er hebben zelfs restaurants door moeten sluiten. Toch komen we nog steeds meer mensen tegen dan we de afgelopen 2 weken bij elkaar hebben gezien.

Na een half uur op de weg, willen we de bergen in naar een klein dorpje. Daar kunnen we bij mensen thuis verblijven. Alleen, we krijgen te horen dat er vandaag niemand in het dorp is. Iedereen is naar een begrafenis. We gaan door naar het volgende dorp een paar uur verderop. Gelukkig is er een pad een stuk bij de weg vandaan, dat loopt alweer een stuk leuker. Het is inmiddels weer bijna 30 graden, dus de hoed en zonnebril gaan op. Na de gebruikelijke lunch met Dal bhat, beginnen mijn hielen pijn te doen. Als we aankomen in het dorpje pak ik eerst een warme douche (eindelijk weer!) en ga ik daarna opzoek naar de blarenpleisters. Helaas zijn die niet te vinden, ik hoop maar dat het morgen goed gaat.

Dag 14
Als we de grindweg volgen, is de volgende plek ongeveer anderhalf uur. Dat doen we natuurlijk niet. In plaats daarvan gaan we de heuvels in. Binnen een paar minuten gaat het alweer flink omhoog. Maar, na een uur mag het uitzicht op de vallei er dan ook zijn. imageHet gaat verder over smalle paadjes tot we ergens een heuvel over moeten. Het pad wordt blijkbaar weinig gebruikt, want het gras is er bijna even hoog als ikzelf. Het maakt het lastig om de weg te vinden. Op zich niet zo'n punt, afgezien van de afgrond vlak naast ons. Na nog 2 uur lopen bereiken we een dorpje. Terwijl we genieten van het uitzicht, wordt er een vroege Dal bhat naar binnen gewerkt. Daarna gaat het omlaag door de velden met rijst en kruiden. Ik denk dat mijn volledige keukenkastje met Verstegen kruiden er staat, inclusief Kardemom en Kurkuma.

Vlak na de middag komen we aan bij het guesthouse. Een beetje vroeg, dus we doen een uitstapje naar een waterval in de buurt. NB is moe, maar drager Kechav gaat mee. Kechav z'n Engels is niet geweldig, hij heeft wel twee stopwoordjes: many many en issa nice. Het is een klein uurtje naar de waterval en terug. Onderweg hoor ik: many many donkey, waterfall issa nice, view issa nice, many many chicken en many many rice wine, issa nice. De waterval zelf is niet zo bijzonder, maar Kechav zijn enthousiasme maakt het een leuk tochtje.

Dag 15
imageVandaag is het heet, erg heet. We beginnen om half 9 met lopen en hebben na een uur al last van de zon. Nadat we in 20 minuten een heuvel beklimmen, komen we totaal doorweekt aan. Tijd voor een mierzoete limonade en wat rust. Daarna gaat het wat relaxter bergaf door rijstvelden en kleine dorpjes. Terwijl we wachten op onze lunch zitten we alledrie te knikkebollen, de warmte maakt het zwaar. Na de lunch is het nog een dik uur verder. We hebben geen keus en moeten over de schroeiend hete grindweg. Een enkele jeep of bus komt in een stofwolk voorbij rijden. Ik heb het niet gemeten, maar ik denk dat het bijna 40 graden is. Als we aankomen ben ik dit keer blij met een koude douche.

'S Avonds heb ik het met Kechav over waar hij allemaal is geweest. De meeste gidsen en dragers hebben prachtige verhalen over hun avonturen tijdens tochten en beklimmingen. Op een gegeven moment vraag ik hoeveel kilo Kechav maximaal heeft getild. 'About 50 or 60', is het nuchtere antwoord. 'But, double money'.

Dag 16
We wisten dat de laatste loopdag kort zou zijn. Maar, dat we binnen 2 uur bij het guesthouse zijn had ook NB niet verwacht. Ze zijn er  de kamers nog aan het schoonmaken. We gaan eerst maar eens het stadje in. Dit keer zijn we er niet binnen 10 minuten doorheen. Sterker nog, dit lijkt gewoon op bewoonde wereld. Terwijl we rondlopen vertelt NB over het Royal Palace op een heuvel in de buurt. Dat had hij niet moeten zeggen, want 's middags gaan de wandelschoenen weer aan. Met z'n drieën gaat het nog een keer op verkenningstocht. Het is bijna 2 uur omhoog, in de brandende zon. En ik vind het mooi. Boven op de heuvel moeten ze aanwijzen wat het paleis is. Dat is namelijk niet meer dan een groot huis, waar nu wat daklozen in wonen. Het dorpje eromheen is eigenlijk een stuk leuker. Tegen het eind van de middag gaat het weer naar beneden, de laatste uurtjes lopen.

Dag 17
De laatste dag is er eentje in de bus. We stappen rond half 8 in een minibusje. Een half uurtje later hebben we iedereen opgepikt en verlaten we het stadje voor een rit van 5 uur. Nu had ik dat graag als laatste zin willen schrijven. Maar, zoveel geluk als ik heb gehad met het weer, zoveel pech is het met de bussen. Ongeveer 30 km voor Kathmandu komen we stil te staan. De mensen in het busje beginnen ongerust te discussiëren. Geen goed teken. In het begin rijden we soms nog een stukje. Vaak moet iedereen plotseling het busje in springen en rijden we nog geen 10 meter verder. Na verloop van tijd staan we volledig stil. Het wachten is slopend, we hebben geen idee hoe lang het gaat duren. Ik vermaak me door naar alle fantastisch beschilderde vrachtwagens te kijken. Overal staan berglandschappen, Boeddha's en Bob Marley op. En volgens mij rijden er hier zo'n 12 miljoen 'Road Kings' rond. Uiteindelijk komen we 5 uur later dan gepland aan in de stad. Eindelijk, zou je zeggen. Alleen in de stad is het hetzelfde verhaal. Alles staat muurvast. Na nog eens 2 uur aan stilstaan, toeteren, bijna botsingen en meer toeteren, zijn we in het centrum. Terug waar we 17 dagen geleden zijn begonnen.

Foto’s

6 Reacties

  1. Ellen Scherpenisse:
    8 oktober 2018
    Wat een fantastische en bijzondere reis.... Het is wel even afzien soms, maar je krijgt er wel wat voor terug. Supermooie foto’s!
  2. Julie:
    8 oktober 2018
    WoW wat een avontuur! Geniet er lekker van.
  3. Ernst:
    8 oktober 2018
    Gaaf!
  4. Fons:
    9 oktober 2018
    Wat een gave fotos Marijn, ik wil ook!
  5. Celeste:
    12 oktober 2018
    Echt geweldig om te lezen Marijn! Ik wil ook! Behalve de blaren dan... ;-) Ik zou willen zeggen, geniet ervan! Maar dat doe je al helemaal zo te lezen! :-D
  6. Eefje Emmaneel-van Woerkom:
    12 oktober 2018
    Hoe tof om jouw grote avontuur hier vanaf onze bank te mogen volgen. Leuk geschreven! Bedankt voor het delen! :)